maandag 24 november 2008

Euforie én première in Eindhoven (PSV Eindhoven - RSC Anderlecht, november 2000)


Na een moeizaam begin (3 op 9), gevolgd door 2 schitterende zeges in onze allereerste Champions League New Style campagne, hebben we in Eindhoven 1 punt nodig om ons te kwalificeren voor de 2de ronde van de Champions League, met daarin de beste 16 ploegen van Europa; PSV moet winnen om door te stoten.

Arne had andere Oostendenaar Wim (cafébaas van ‘t Sportpaleis en voetballiefhebber tout court), die ter gelegenheid van de wedstrijd een BMW sportmodel van een maat geleend had, vervoegd en samen waren ze ons komen oppikken in Elsene. Francis die op dat ogenblik in de fanshop werkt zorgt in samenwerking met zijn collega (én onze copain) Claude voor de tickets.

Na vertrek in Brussel houden we even halt aan de McDonald’s in Houthalen voor een voedzame voetbalmaaltijd en een klein uurtje voor de wedstrijd komen op een parking nabij het Phillipsstadion aan. We blijken met een man of 40 in het vak naast dat van de “harde kern” van PSV te zitten (zonder afscheiding ertussen). Onder die 40 onder meer ook levende legendes Eddy Merckx en Paul Van Himst die doodgemoedereerd kijken naar het verbale geweld van de pubers en plattelanders in het vak naast ons. Inderdaad: veel geblaat en weinig wol van die kant. Vooral de stoere jongen die probereert te provoceren door wijdarms en ostentatief uit te pakken met een sjaal van hun vriendjes Sporting Charleroi wordt op hoongelach onthaald. De arme jongen begrijpt het niet en draait zich onverrichter zake terug richting speelveld.

De wedstrijd zelf kan niet beter beginnen... Onze verdedigers steken in een aanvallende bloedvorm: een zeldzame Europese kopbalgoal van Crasson en Koller die op aangeven van Didier Dheedene één van de makkelijkste doelpunten in zijn carrière scoort, zorgen er al na een kwart wedstrijd voor dat we op rozen zitten: 0-2.

De sfeer in het vak naast ons wordt grimmiger en enkele tientallen heefthoofden dreigen onze richting uit te komen. Wij gaan echter allemaal onmiddellijk rechtstaan (inclusief de beide bekende boezemvrienden) en na in beide landstalen te hebben rondgeschreeuwd dat er niet gelopen wordt en 1 blok moet gevormd worden, hebben de Brabanders met grote bek al snel door dat ze van een kale reis zouden terugkomen, waardoor ze met hun staart tussen de benen terug afdruipen richting reservaat.

De rest van de 1ste helft levert éénrichtingsvoetbal op, maar onze verdediging en vooral klassekeeper Filip De Wilde staan pal, voornamelijk op pogingen van Arnold Bruggink. In de loop van de tweede helft brengt PSV coach Eric Gerets Adil Ramzi in en dat blijkt een gouden wissel te zijn, want de score gaat op enkele minuten tijd van een comfortabele 0-2 naar een bibberende 2-2: 2 doelpunten van de snelle Marokkaanse flankspeler. We kreunen onder de immens zware druk van PSV, maar houden 40 minuten stand en in de toegevoegde tijd kan de Guineese invaller Soulemane Youla op de counter de geruststellende 2-3 scoren.

Overbodig te zeggen dat we een feestje bouwen. Ook de meer dan 2.000 meegereisde fans in het voorziene uitvak merken ons op en kort daarna gaan enkele gezangen heen en weer. Na FC Porto (in de 3de voorronde), Manchester United, PSV Eindhoven en Dynamo Kiev staan ons nog 6 topaffiches te wachten: wat een prachtige avond!

Tot we aan de auto aankomen en merken dat die hevig toegetakeld (lees: bekrast met “Kankerbelgen”, “PSV 4-ever” & “Fuck Anderlecht”) is. Klacht indien bij de (lokale) politie blijkt weinig zin te hebben en we beslissen rechtsomkeer richting België te maken.

Een grote domper op de feestvreugde, waardoor mijn 3de Europese verplaatsing (en de allereerste met een positief resultaat) in mineur eindigt.

Het ongeval (RSC Anderlecht – Bologna FC, oktober 1999)


Ik had geen rijbewijs of auto en woonde/werkte in Brussel, bijgevolg kon ik de Europese thuiswedstrijden zonder al te veel transportproblemen bijwonen.

Om eerlijk te zijn, beleefde ik die eerste uren in een soort trance. Ik herinner me dat ik tijdens de rust begon te huilen en dat een paar van onze maats me vroegen wat er juist aan de hand was en begrepen dat de situatie verergerd was.

Ze wisten al van voor de wedstrijd wat er aan de hand was: toen we samen op de tram zaten richting wedstrijd kreeg ik telefoon van Francis die me zei dat ze een ongeval hadden gehad op de E40 en dat ze de wedstrijd niet zouden halen. Iedereen was echter ongedeerd, dus ik moest me niet ongerust maken en kon met een gerust hart richting Astridpark trekken. Wat ik dan ook deed. Pas een half uur later verloor Alex het bewustzijn en nog eens een uur later (toen was het dus rust) hoorde ik dat. Tegen het einde van de wedstrijd arriveerde Joeri (een andere maat van ons) aan het Constant Vanden Stock stadion : we hadden hem opgebeld omdat hij over een auto beschikte.

Bij aankomst in Gent, waren mijn ouders al bij Francis en werden we met 4 (mijn toenmalige vriendin was onderweg) bij de hoofdchirurg van het AZ in Gent geroepen. Aan Alex' rug zag je zo het bloed omhoog trekken richting hoofd en hersenen en de hoofdchirurg vertelde ons dat er 2 mogelijkheden waren: ofwel afwachten (met kans op hersenbloeding), ofwel één of andere vloeistof in zijn rug inspuiten, waardoor op de scanner onmiddellijk kon gelokaliseerd worden waar hij bloedde en dat vervolgens kon gestelpt worden. Dat laatste was zeer delicaat (één of een paar mm verkeerd injecteren en verlamming kon intreden), maar de dokter verzekerde ons dat het zijn grootste kans zou zijn.

Ze waren ondertussen al heel erg op hun hoede in Gent, want ze waren er ondanks herhaalde waarschuwingen van Francis in geslaagd om 1 (of 2, ben ik niet meer zeker) halve liter(s) verkeerd bloed toe te dienen. Na de operatie stelde de hoofdchirurg ons gerust met de mededeling dat alles ok was: de injectie zat net naast de bloeding en ze waren er onmiddellijk bij om dat probleem bij de bron aan te pakken.

Drie weken later mocht hij de intensieve zorgen verlaten en nog eens twee weken later was hij thuis, tot grote verwondering van de dokters (men had 3 à 4 maand verwacht). Het enige wat hij eraan heeft overgehouden, is bijna volledig verlies van zijn geurzin, een litteken achteraan zijn hoofd op zijn schedel en wat rauw vlees op zijn rug.

Het spreekt voor zich dat de geplande verplaatsing naar Bologna werd afgeblazen. Jammer, want diegenen die erheen getrokken zijn, kunnen de meest uiteenlopende verhalen vertellen over corrupte politieagenten met heel losse handjes en nog lossere gummiknuppels, een beestachtige behandeling, uit de hand lopende discussies, overijverige waterkanons, vluchtende politiepelotons en overvliegende politie- en nieuwshelicopters.

Nog eens een jaar later (wegens de schedel- en rugoperaties met de nodige verdoving in oktober 1999 is het blijkbaar standaard dat er 12 maand gewacht wordt vooraleer men je weer onder narcose brengt) wordt Alex dan geopereerd aan zijn knieën. De dokter verplicht hem 2 weken in het ziekenhuis te blijven, maar daar wil hij niet van weten: 5 à 6 dagen na de operatie zit hij door toedoen van Francis (die toen in de Anderlecht fanshop werkte) in de eretribune, mét zijn krukken en knie in indrukwekkend verband. Die avond is het immers RSC Anderlecht - Manchester United en dat wil Alex voor geen geld van de wereld missen (en achteraf gezien heeft hij groot gelijk gekregen). Op een gelijkaardige manier zijn we zo naar Eindhoven gegaan.

Toeren als God in Frankrijk (RC Lens - RSC Anderlecht, juli 1999)


Na een schitterende terugronde onder Jean Dockx grijpen we in het seizoen 1998-1999 net naast de titel. Drie opeenvolgende uitslagen als de 0-6 in Luik, de 4-0 tegen Gent en de 2-5 in Genk zorgen in die terugronde voor een prachtige driedubbele climax, nadat we zoals eerder gezegd in september op een allerlaatste plaats stonden.

Het geleverde spel van eind november 1998 tot midden mei 1999 is het mooiste dat ik tot nu toe als Anderlecht fan heb mogen aanschouwen: snel, verzorgd, dominant, aanvallend, technisch overheersend,…

Het einde van het seizoen komt er bijgevolg tegen onze zin aan, maar al snel kijken we uit naar de nieuwe oefencampagne, waarin we het onder meer opnemen in en tegen RC Lens. Aangezien we maar een 140km moeten rijden, besluiten Francis, Peter, Bert en ik om de friendly bij te wonen. Francis en Bert bevinden zich in Brussel en vertrekken van daar, Peter en ik vanuit Oostende (Francis zou na de wedstrijd met ons meerijden).

Het is een prachtige zomerdag en het voelt aan alsof we ons in één of ander boerengat in het midden van Frankrijk bevinden: een stralende zon, overal sjirpende krekels, enkele autowrakken, kleine straatjes waar de mensen buiten een babbeltje slaan, enkele pleintjes, 1 kruidenier, maar zelfs geen café te bespeuren. Gelukkig hebben we onze voorzorgen genomen: de koffer gaat open en we halen de klapstoeltjes en de 3 frigoboxen uit op de parking van de bezoekers, net naast het stadion. De frisse cola voor de dorst wordt al snel gevolgd door enkele deugddoende blikken gerstenat, terwijl de thuis klaargemaakte boterhammetjes ook wel vlotjes binnengaan. Ondertussen dagen de eerste Anderlecht fans op: ook zij hebben geen café gevonden in de buurt en vragen of ze enkele pilsjes kunnen overkopen. 4 gasten stellen voor onze 4 tickets te gaan halen én betalen in ruil voor 16 heerlijk gekoelde pintjes. Hmmm… 40 Franse of 240 Belgische frank voor 4 pintjes die ons in de GB 4x minder hebben gekost… It’s a deal: friendlies rule!!

Uiteindelijk zijn een slordige 2000 Anderlecht fans op de afspraak in het Stade Bollaert, dat wat doet denken aan Sclessin, waar ik 2 maand voordien getuige was van de historische 0-6.

Het is er bloedheet en de weinige aanwezige Franse flikken vinden het nodig om een paar jongens die op de hekkens kruipen om het eerste doelpunt te vieren kennis te laten maken met hun matrak. 2 van ons vallen voorover op het speelveld, waarna oproer ontstaat en er al gauw een hondertal supporters het veld oprent om hun beklag te maken over die flikken. De handvol dienders hebben het gauw begrepen en blazen de aftocht, Zetterberg & Scifo blussen het brandje en iedereen kruipt weer de hekken op en de uitvakken in.

We winnen uiteindelijk met 1-2 (doelpunten van de Canadees Tomasz Radzinski, de zomer ervoor overgekomen van Germinal Ekeren en in zijn eerste seizoen na een zware knieblessure een ronduit schitterende terugronde gespeeld, en Iachtchouk) en krijgen applaus van de 7.000 Lens fans voor onze vocale ondersteuning.

maandag 25 augustus 2008

Rijden naar Zürich, vliegen naar Brussel (Grasshopper Club Zürich – RSC Anderlecht, oktober 1998)


Anderhalf jaar en enkele gemiste kansen later komt de dubbele confrontatie met de Grasshoppers uit Zürich eraan: op papier een haalbare kaart en een opstapje naar de 16de finales, maar gezien de omstandigheden durft niemand uit te gaan van een makkie…

De aanvang van het seizoen 1998-1999 is één van de triestigste episodes in het 90-jarig bestaan van Royal Sporting Club Anderlecht: begonnen met 7 op 27 (met onder meer een vernederende 6-0 in het Westelse Kuipje en een 2-3 thuis tegen de Brugse aartsrivaal, na 0-3 te hebben achtergestaan) en een op een gegeven moment 18de en laatste plaats in de Belgische hoogste afdeling, is er niet veel om ons aan op te trekken.

Gelukkig is er nog de nipte plaatsing tegen het Kroatische NK Osijek. Na een 3-1 in de Balkan, winnen we thuis met 2-0, dankzij de 18-jarige Roemeen Alin Stoica, die enkele minuten voor tijd een flits van zijn onmiskenbare klasse laat zien en ons voorbij Osijek leidt (waar trouwens de 18-jarige Jurica Vranjes aan het begin staat van een knappe carrière die hem later via Bayer Leverkusen & VfB Stuttgart bij Werder Bremen zou leiden). Samen met het 20-jarige Anderlecht product pur sang Walter Baseggio zou 1998-1999 het jaar van de doorbraak blijken te zijn. Het licht van deze twee sterren zijn bij aanvang van dat seizoen ons baken in een voor de rest pikzwarte duisternis.

Na de heenwedstrijd en een mislukte poging met verloren zoon Enzo Scifo op de liberostek die resulteert in een vrij kansloze 0-2, besluiten we uiteindelijk toch maar de meer dan 600km naar de Zwitserse financiële hoofdstad te overbruggen met de Renault 25 (pa’s vorige auto, nadat die een Renault Safrane had gekocht).

Mijn broers, Arne, ik & Bart, een andere Anderlecht fan die aan de VUB studeert en met mijn broers bevriend is, zijn de trippers met dienst. De tweeling had inkopen gedaan en op die manier gezorgd voor het nodige proviand. Altijd leuk om bij een lekker weertje net voor de Frans/Zwitserse grens te stoppen aan een groene, sfeervolle aire en samen rustig te picknicken.

Aan diezelfde Zwitserse grens worden wel de grote middelen gebruikt om ons te controleren. Blijkbaar zijn de douanebeambten ingelicht over de reputatie van de Anderlecht fans na de beruchte trips de voorbije seizoenen (denk maar aan de uitwedstrijden tegen Paris St. Germain, Guimaraes, Helsingborg & Schalke 04): de auto wordt binnenste buiten gekeerd, er wordt eronder gekeken, de koffer wordt volledig leeggehaald en wij moeten in een afgesloten ruimte onze schoenen, sokken, broek, trui en t-shirt uitdoen. We ontsnappen nog net aan een full body cavity search. Onze staven Bengaals vuurwerk, 2 vlaggenstokken en raar maar waar ook 2 flessen water worden zonder pardon aangeslagen. Gelukkig dat we geen moeite gedaan hadden om die te verstoppen, anders stonden we daar 3 uur te schilderen in plaats van anderhalf.

Uiteindelijk waren we we om 11u in Brussel vertrokken en komen we om 18u in Zürich aan. De stad zelf had qua sfeer, pubs en restaurants niet al te veel te bieden en we begeven ons na een korte wandeling al snel richting Hardtürm stadion. Her en der zijn groepjes hondstrouwe Anderlecht fans terug te vinden. Hondstrouw, omdat er bitter weinig mensen een verplaatsing ondernemen na een 0-2 thuisnederlaag. Ook wordt net als in Milaan anderhalf jaar eerder Jean-Marie Pfaff gespot. Dan toch een verdoken Anderlecht fan, die El Simpatico?

Wat de wedstrijd zelf betreft: er valt niet veel (om niet te zeggen niets) te beleven. De 0-0 eindstand is dan ook een logisch gevolg, al missen net na de rust de Nederlander Patrick van Diemen & de Noor Ole Martin Aarst de kansen op een stunt na de pijnlijke nederlaag uit de heenwedstrijd. Beiden kunnen na een goeie aanval uithalen vanop een meter of 10, maar hun schoten belanden ver over doel. Een toch wel smadelijke uitschakeling is ons deel, al moet gezegd worden dat de Grasshoppers met de ervaren Zweed Mats Gren en het kwartet Zwitserse talenten Johann Vogel, Blaise Nkufo Ricardo Cabanas & Kubilay Türkyilmaz zowel in verdedigend als in aanvallend opzicht een aantal aardige spelers hebben lopen. Tot overmaat van ramp weten tijdens en na de wedstrijd de net als in Frankrijk aanwezige ingehuurde security services geen raad met enthousiast zingende en op hekkens klauterende voetbalfans, waarop ze dan maar doodleuk reageren door tikken uit te delen met hun zaklamp annex matrak.

Na een kleine schermutseling vertrekken we om 22u45 en tegen 3u15 (630 km verder) komen we in Luigi’s café in de VUB studentenbuurt aan: Bart had namelijk stevig gas gegeven, waarbij snelheden van 190 tot 200 km/u vlotjes gehaald werden (de grensovergang van Luxemburg met België overschrijden aan 160 km/u heeft overigens wel iets geks). Eens in ons favoriete stamcafé aangekomen, neemt niemand daar ons au sérieux als we zeggen dat we van Zürich komen. Groot is dan ook de verbazing wanneer we ten bewijze een toegangsticket tevoorschijn toveren.


Ondanks de uitschakeling toch een leuke dag gehad, opnieuw een stad bezocht (en geen enkele herinnering aan overgehouden) en toch weer een kleine 1000 Anderlecht supporters op het appel. Dergelijke aantallen halen voor een schier onmogelijke opdracht op verplaatsing, ik zie het behalve de Britse ploegen niemand ons nadoen.

woensdag 20 augustus 2008

De maidentrip (Internazionale Milano FC – RSC Anderlecht, maart 1997)


We spreken voorjaar 1997. Het einde van het tweede seizoen waarin mijn twee broers (Alex & Francis), twee goeie maats (Olle & Arne) en ik een abonnement hebben aangeschaft, nadert en in de competitie is het niet veel soeps...

Op Europees vlak is het behoorlijk: het Russische Vladikavkaz, het Portugese Guimaraes en het Zweedse Helsingborg gaan zonder veel overschot voor de bijl. Na een lange Europese overwintering van 3 maand komt voor de kwartfinale in de UEFA Cup het grote FC Internazionale de Milano (Djorkaeff! Bergomi! Pagliuca! Ince! Zamorano!) uit de trommel. We spelen een behoorlijke thuiswedstrijd, die op 1-1 eindigt. Geen doelpunt of actie van te verwachten vedetten als Djorkaeff en Zamorano: het is de relatief onbekende Italiaan Ganz die ons een mooie uitgangspositie ontfutselt.

Dit doet ons niet van het oorspronkelijke plan afwijken: we wagen ons aan de trip naar Milaan. Er wordt afgesproken op maandagavond 17 maart aan het station van Etterbeek, midden in de studentenwijk van de VUB.

Onze compagnie bestaat uit de 3 broers, Olle, “Gette” (mijn buurman op het studentenhome waar ik verbleef tijdens mijn studies én notoire Anderlechtfan), Bart (iemand die net als ik vertaler Nederlands-Engels-Italiaans studeert en als voetballiefhebber én Interfan van de gelegenheid gebruik maakt om eens mee te gaan naar een voetbalwedstrijd in Italië), Kristof (een Oostendse Anderlechtfan die van ons plan had gehoord en ons in ons Oostendse stamcafé Peppermint was komen opzoeken) en Bert (een Limburgse Anderlechtfan die mijn broers kenden van hun studies aan de VUB, maar vooral van hun veelvuldige bezoekjes aan Luigi’s Café, de place to be voor de Oostendse studenten aan de VUB). In het andere minibusje bevinden zich onder meer de broers Nico & Thomas én Luc. Over hen later meer. Met 17 Brusselse studenten in 2 Mercedes Vito’s zetten we om middernacht koers voor onze eerste Europese trip. Een eerste van vele, zoals later zou blijken…

Onderweg is de ene na de andere auto, minibus en bus getooid in onze prachtige kleuren. Een ware paars en witte kolonie van Brussel over Namen & Luxemburg, via Colmar & Basel tot in Milaan. Bij een nachtelijke stop aan een tankstation in de buurt van Lugano ontmoeten we zelfs enkele bekenden: Oostendse Club Brugge fans die ook aanwezig willen zijn op de grote Europese avond.

Vroeg in de morgen komen we aan op de immense parking van Stadio Giuseppe Meazza, beter gekend als San Siro, naar de gelijknamige wijk en voormalige Milanese voetballer. Het stadion is groots en lijkt door de parking errond op een door buitenaardse wezens neergepoot ruimtetuig. Aangezien we amper of niet hebben geslapen de voorbije nacht en de horeca zijn deuren toch niet opent voor 10u, besluiten we na het nemen van de tram richting centrum uit te rusten en ons in het park in het geurige gras neer te vleien, onder een prachtige opkomende zon. Na een verkwikkend dutje van goed anderhalf uur, zoeken we de eerste de beste zaak op die ons van wat gerstenat kan voorzien, want een keel die anderhalf uur opengezet wordt om gezangen en aanmoedigingen voort te stuwen, moet op voorhand goed gesmeerd worden. In een supermarkt onderweg vinden we halve liters Carlsberg & Tuborg aan een relatief interessante prijs en na er eerst één louter voor de dorst te hebben achterover gekapt, gaan we richting wereldberoemde Piazza del Duomo met haar befaamde Gotische kathedraal. Een waarlijk prachtig zicht, al blijkt die op dat moment in de stellingen te staan. We lopen de heel mooie, overdekte winkelstraat Corso Vittorio Emmanuele door en gaan op zoek naar een lekker, maar niet al te duur restaurant (al bij al zijn we arme studenten die geen geld te veel hebben). Na een gesmaakte lunch (korting én halve liter gekregen dankzij de obers die blijken Milanisti te zijn) lopen we wat rond, bezichtigen we de zaken die je moet gezien hebben (Duomo, Corso Vittorio Emmanuele, Scala, Palazzo Sforzesco) en zoeken weer het centraal gelegen Domplein op. Met het verstrijken van de uren blijken er meer en meer Anderlecht fans neer te strijken. Na enkele interventies van de carabinieri wegens overlast en veel te zatte supporters en een dom incident met enkele Interisti, trekt de paarswitte massa zich op gang richting metro, waar we met zijn allen de ondergrondse ruimtes bevolken om ons naar het stadion te begeven.

Na de uitslag in Brussel werd maximum 1500 man verwacht, maar uiteindelijk zijn bijna 5.000 Anderlecht fans op de afspraak. We maken dankzij enkele enorme vlaggen, heel wat Bengaals vuurwerk (Those were the fucking days!) en een luidruchtige vocale steun een enorme ambiance. Wat spel en kansen betreft, slagen we er na het openingskwartier met daarin de eerste Italiaanse storm en logische 1-0 (opnieuw Ganz) zelfs bij momenten in het machtige Inter van de mat te spelen. Een doelpunt is nodig om verlengingen af te dwingen, want op dat ogenblik was Inter geplaatst. Dankzij een opnieuw beresterk spelende Versavel versieren we de ene kans na de andere en onze Ghanese spits Yaw Preko zet zijn eerste uitgespeelde kans proper om: de verlengingen zijn op dit moment een feit.

We geloven onze eigen ogen en oren niet: het is rust en als het zo blijft komen er verlengingen aan! Uit onze vakken weerklinken de gekende Brusselse liederen en zelfs numero uno Jean-Marie Pfaff treedt ten tonele. Het enthousiaste “Jean-Marie (klapklapklap)! Jean-Marie (klapklapklap)! Jean-Marie (klapklapklap)!” rolt van de tribune en uiteraard antwoordt El Simpatico met opgestoken duim. Ook Michel Verschueren was na het zien van de aangroeiende massa uitsupporters de catacomben uitgekomen en langs het veld naar ons toegestapt om ons op dezelfde wijze te begroeten.
Na de rust opnieuw rollende Italiaanse aanvalsgolven en diezelfde dekselse Ganz die Inter op voorsprong en opnieuw richting halve finale trapt. Van onze kant wordt alles op alles gezet en opnieuw Preko krijgt tot drie keer toe de kans om de Italianen uit te tellen. Één voor één worden de kansen echter vakkundig de nek omgewrongen. Daardoor blijft het 2-1 en liggen we eruit.
Conclusie: Ganz killer & Preko, giller van Anderlecht.

Na de wedstrijd worden de provocerende Italianen genegeerd en wordt er van onze kant koers gezet naar het Noorden. Ondanks de vermoeidheid slagen Gette als chauffeur en ik als copiloot erin tot aan de Franse grens wakker te blijven. De rest van de rit wordt overgelaten aan Olivier, nadat deze laatste al bijna de hele heenreis gereden had. Olle, je bent een beest!

Eind goed, al goed. Ondanks de uitschakeling hebben we ons beestig geamuseerd, hebben we Milaan gezien en (fangewijs) overwonnen. Dit smaakt naar meer…

dinsdag 19 augustus 2008

Our loyalty is forever (copyright Piekes)

Dit is de blog van een fan in hart en nieren van Royal Sporting Club Anderlecht, die zijn club actief volgt in het buitenland.

Van zodra de Europese verplaatsing (in het kader van de Champions League, de UEFA Cup of een oefenwedstrijd) "doenbaar" is, wordt deze samen met een aantal vrienden vastgelegd, gepland, beleefd en nabeleefd.

Naar aanleiding van die trips en na talloze verzoeken van vrienden, medereizigers en forummers, heb ik besloten deze blog op te starten om mijn Europese ervaringen te delen met al wie het lezen wil.

Naast een 30tal RSCA trips, heb ik ook een 20tal wedstrijden van Chelsea op Stamford Bridge, een handvol wedstrijden van Celtic in Parkhead en nog een aantal wedstrijden overal in Europa op het palmares (ofwel gepland in functie van de wedstrijd, ofwel een wedstrijd meegepikt terwijl ik op reis was).

Op dit ogenblik (midden augustus) gaat het om in totaal 63 trips. Hopelijk volgen er nog vele tientallen (al zal het dit seizoen wat Anderlecht betreft droog blijven tot en met juli volgend jaar, I know!)...

Ook daarvan zal ik een aantal verslagen posten in deze blog.

Alle reacties zijn welkom!