woensdag 20 augustus 2008

De maidentrip (Internazionale Milano FC – RSC Anderlecht, maart 1997)


We spreken voorjaar 1997. Het einde van het tweede seizoen waarin mijn twee broers (Alex & Francis), twee goeie maats (Olle & Arne) en ik een abonnement hebben aangeschaft, nadert en in de competitie is het niet veel soeps...

Op Europees vlak is het behoorlijk: het Russische Vladikavkaz, het Portugese Guimaraes en het Zweedse Helsingborg gaan zonder veel overschot voor de bijl. Na een lange Europese overwintering van 3 maand komt voor de kwartfinale in de UEFA Cup het grote FC Internazionale de Milano (Djorkaeff! Bergomi! Pagliuca! Ince! Zamorano!) uit de trommel. We spelen een behoorlijke thuiswedstrijd, die op 1-1 eindigt. Geen doelpunt of actie van te verwachten vedetten als Djorkaeff en Zamorano: het is de relatief onbekende Italiaan Ganz die ons een mooie uitgangspositie ontfutselt.

Dit doet ons niet van het oorspronkelijke plan afwijken: we wagen ons aan de trip naar Milaan. Er wordt afgesproken op maandagavond 17 maart aan het station van Etterbeek, midden in de studentenwijk van de VUB.

Onze compagnie bestaat uit de 3 broers, Olle, “Gette” (mijn buurman op het studentenhome waar ik verbleef tijdens mijn studies én notoire Anderlechtfan), Bart (iemand die net als ik vertaler Nederlands-Engels-Italiaans studeert en als voetballiefhebber én Interfan van de gelegenheid gebruik maakt om eens mee te gaan naar een voetbalwedstrijd in Italië), Kristof (een Oostendse Anderlechtfan die van ons plan had gehoord en ons in ons Oostendse stamcafé Peppermint was komen opzoeken) en Bert (een Limburgse Anderlechtfan die mijn broers kenden van hun studies aan de VUB, maar vooral van hun veelvuldige bezoekjes aan Luigi’s Café, de place to be voor de Oostendse studenten aan de VUB). In het andere minibusje bevinden zich onder meer de broers Nico & Thomas én Luc. Over hen later meer. Met 17 Brusselse studenten in 2 Mercedes Vito’s zetten we om middernacht koers voor onze eerste Europese trip. Een eerste van vele, zoals later zou blijken…

Onderweg is de ene na de andere auto, minibus en bus getooid in onze prachtige kleuren. Een ware paars en witte kolonie van Brussel over Namen & Luxemburg, via Colmar & Basel tot in Milaan. Bij een nachtelijke stop aan een tankstation in de buurt van Lugano ontmoeten we zelfs enkele bekenden: Oostendse Club Brugge fans die ook aanwezig willen zijn op de grote Europese avond.

Vroeg in de morgen komen we aan op de immense parking van Stadio Giuseppe Meazza, beter gekend als San Siro, naar de gelijknamige wijk en voormalige Milanese voetballer. Het stadion is groots en lijkt door de parking errond op een door buitenaardse wezens neergepoot ruimtetuig. Aangezien we amper of niet hebben geslapen de voorbije nacht en de horeca zijn deuren toch niet opent voor 10u, besluiten we na het nemen van de tram richting centrum uit te rusten en ons in het park in het geurige gras neer te vleien, onder een prachtige opkomende zon. Na een verkwikkend dutje van goed anderhalf uur, zoeken we de eerste de beste zaak op die ons van wat gerstenat kan voorzien, want een keel die anderhalf uur opengezet wordt om gezangen en aanmoedigingen voort te stuwen, moet op voorhand goed gesmeerd worden. In een supermarkt onderweg vinden we halve liters Carlsberg & Tuborg aan een relatief interessante prijs en na er eerst één louter voor de dorst te hebben achterover gekapt, gaan we richting wereldberoemde Piazza del Duomo met haar befaamde Gotische kathedraal. Een waarlijk prachtig zicht, al blijkt die op dat moment in de stellingen te staan. We lopen de heel mooie, overdekte winkelstraat Corso Vittorio Emmanuele door en gaan op zoek naar een lekker, maar niet al te duur restaurant (al bij al zijn we arme studenten die geen geld te veel hebben). Na een gesmaakte lunch (korting én halve liter gekregen dankzij de obers die blijken Milanisti te zijn) lopen we wat rond, bezichtigen we de zaken die je moet gezien hebben (Duomo, Corso Vittorio Emmanuele, Scala, Palazzo Sforzesco) en zoeken weer het centraal gelegen Domplein op. Met het verstrijken van de uren blijken er meer en meer Anderlecht fans neer te strijken. Na enkele interventies van de carabinieri wegens overlast en veel te zatte supporters en een dom incident met enkele Interisti, trekt de paarswitte massa zich op gang richting metro, waar we met zijn allen de ondergrondse ruimtes bevolken om ons naar het stadion te begeven.

Na de uitslag in Brussel werd maximum 1500 man verwacht, maar uiteindelijk zijn bijna 5.000 Anderlecht fans op de afspraak. We maken dankzij enkele enorme vlaggen, heel wat Bengaals vuurwerk (Those were the fucking days!) en een luidruchtige vocale steun een enorme ambiance. Wat spel en kansen betreft, slagen we er na het openingskwartier met daarin de eerste Italiaanse storm en logische 1-0 (opnieuw Ganz) zelfs bij momenten in het machtige Inter van de mat te spelen. Een doelpunt is nodig om verlengingen af te dwingen, want op dat ogenblik was Inter geplaatst. Dankzij een opnieuw beresterk spelende Versavel versieren we de ene kans na de andere en onze Ghanese spits Yaw Preko zet zijn eerste uitgespeelde kans proper om: de verlengingen zijn op dit moment een feit.

We geloven onze eigen ogen en oren niet: het is rust en als het zo blijft komen er verlengingen aan! Uit onze vakken weerklinken de gekende Brusselse liederen en zelfs numero uno Jean-Marie Pfaff treedt ten tonele. Het enthousiaste “Jean-Marie (klapklapklap)! Jean-Marie (klapklapklap)! Jean-Marie (klapklapklap)!” rolt van de tribune en uiteraard antwoordt El Simpatico met opgestoken duim. Ook Michel Verschueren was na het zien van de aangroeiende massa uitsupporters de catacomben uitgekomen en langs het veld naar ons toegestapt om ons op dezelfde wijze te begroeten.
Na de rust opnieuw rollende Italiaanse aanvalsgolven en diezelfde dekselse Ganz die Inter op voorsprong en opnieuw richting halve finale trapt. Van onze kant wordt alles op alles gezet en opnieuw Preko krijgt tot drie keer toe de kans om de Italianen uit te tellen. Één voor één worden de kansen echter vakkundig de nek omgewrongen. Daardoor blijft het 2-1 en liggen we eruit.
Conclusie: Ganz killer & Preko, giller van Anderlecht.

Na de wedstrijd worden de provocerende Italianen genegeerd en wordt er van onze kant koers gezet naar het Noorden. Ondanks de vermoeidheid slagen Gette als chauffeur en ik als copiloot erin tot aan de Franse grens wakker te blijven. De rest van de rit wordt overgelaten aan Olivier, nadat deze laatste al bijna de hele heenreis gereden had. Olle, je bent een beest!

Eind goed, al goed. Ondanks de uitschakeling hebben we ons beestig geamuseerd, hebben we Milaan gezien en (fangewijs) overwonnen. Dit smaakt naar meer…

Geen opmerkingen: